De stervende is in zijn
ruimste vorm een vogel die
in versproken adem vliegt
wijdopen mond een drooggevallen
holte voor de bedding
van een donkere rivier
daarop, maar te ver weg
om met een steen te raken
een roeier in z’n zwarte boot.
De stof wordt machteloos
verklaard; toch om de vogel
was het dat men doden woog
wat altijd komt, komt met zijn
eigen geur. De mond valt voor
de vogel als een deur