Gedachten van Marguerite Yourcenar uit “Als pelgrim en als vreemdeling”
Reizen biedt ons net als lezen, liefde of ongeluk een mooie gelegenheid tot confrontatie met onszelf en voorziet ons innerlijk gesprek van thema’s.
Kennis van de wereld is wellicht het enige onvervreemdbare goed, omdat het leven haar immers alleen kan vergroten en omdat de dood zelf ons haar pas zal ontnemen wanneer we er niet meer zijn.
Ik wordt geobsedeerd door de gedachte aan de kortstondigheid van de tijd, niet alleen van de al zo korte tijd tussen geboorte en dood, maar ook van de nog beperkter tijdspanne waarin het ons gegeven is het leven te benutten.
Maar ik zal niet alleen heengaan. We nemen een heel gevolg aan geesten met ons mee: al degenen die ons dierbaar waren, en aan wie wij misschien dierbaar waren. Na onze dood leeft een deel van ons voort, daarboven, in een paar harten die nog kloppen uit onze naam; al bij ons leven is een deel van ons leven verkild met de handen die ons nooit meer zullen strelen, ontbonden met de ogen die zich boven ons beeld hebben gesloten. Alleen die iemand verloren hebben zijn, hoe gering ook, met de dood verbonden. Maar we hebben niets verloren.
Na een bezoek aan Virginia Woolf….. en ik zei tot mezelf dat het verwijt van intellectualisme vaak gericht wordt tegen de fijnst besnaarde, en vurigst levende naturen, die door hun kwetsbaarheid of hun overmaat aan kracht voortdurend hun toevlucht moeten zoeken tot de strenge discipline van de geest.
De dood wordt aardser. Ze voert niet langer tot God; in feite is ze bezig God te doden. Natuurlijk geworden is ze nog slechts de keerzijde van de absurditeit die leven genoemd wordt. Het leven draagt de dood in zich, zoals ieder zijn skelet in zich draagt. Het is het eindpunt van de geboorte en de bestaansgrond ervan: een vicieuze cirkel tussen geschrei en gereutel.
Het enige afdoende antwoord op de dood is: Terminus
Elk mens moet in alles wat hem overkomt, mislukking, vernedering en ongeluk inbegrepen, een instrument zien, materiaal voor zijn kunst, waarvan hij profijt moet trekken. Die dingen zijn ons gegeven om de ellendige omstandigheden van ons leven te veranderen in iets wat eeuwig is of daarnaar streeft.